De juiste plek

De juiste plek

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Als we naar de seizoenen kijken, zitten we nu aan het einde van de zomer. In mijn gedachten ben ik al veel met het najaar bezig, want eigenlijk kan ik niet wachten tot het nieuwe plantseizoen begint. Het najaar is hét ideale moment om te planten en te verplanten. Zeker voor planten die niet op hun plek staan: die kun je in je eigen tuin een betere plek geven, of misschien zelfs iemand anders er blij mee maken. Win-win!

Verplanten vereist wel de nodige voorbereiding. Je zou simpel gezegd denken: je graaft een plant uit de grond, maakt ergens anders een gat en zet daar de plant in… beetje water erbij en klaar is de klus. Nu zal dit in oktober tot december bij normale weersomstandigheden met de meeste vaste planten en siergrassen inderdaad lukken. Voor struiken, bomen en dennen gaat dit echter niet altijd zo makkelijk.

Zeker bij het verplaatsen van oude exemplaren is een goede voorbereiding belangrijk. Wat is de reden dat je deze struik – om maar een voorbeeld te nemen – wil verplanten?

Te groot geworden voor zijn groeiplek.

Je wilt de indeling van de tuin aanpassen.

Er komt een uitbouw aan het huis…

Er zijn dus verschillende redenen waarom een struik naar een andere plek moet verhuizen. Een belangrijke reden kan zijn dat je er na verloop van tijd achterkomt dat de plek waar je de plant jaren geleden hebt neergezet toch niet de juiste groeiplek is.

De struik staat al een paar jaar te kwarren. De bloei blijft achter, en de bladkleur is niet wat het hoort te zijn. In het voorjaar komt er wel weer blad, maar groeischeuten… ho maar. Allemaal signalen dat de plek die je ooit met zorg hebt uitgekozen toch niet geschikt is om uit te groeien tot een gezonde struik die ieder jaar volop bloeit.

Heel oude struiken die al tig jaar op dezelfde plek staan, adviseer ik niet te verplanten. ’t Is net als met olde leu: better nie an beginnen. Het doorsteken van de wortels brengt de balans te veel in de war. Wat je boven de grond ziet, heeft de struik ook onder de grond nodig aan wortels. Je zou kunnen zeggen: snoei dan de takken terug. Dat helpt inderdaad om de balans te herstellen, maar alleen als de wortels niet te zwaar beschadigd zijn en de snoeiwonden niet te groot.

De struik moet nu op veel plekken herstellen en wonden zelf dichtmaken, en dat kost veel energie. Die energie haalt de struik uit de bodem via haarwortels. En nu komt het… zijn er voldoende haarwortels aanwezig in de kluit van de struik, en kan hij op de nieuwe standplek voldoende voeding en water uit de bodem halen?

Dus voor de duidelijkheid: je moet voor het verplanten zorgen dat er haarwortels aanwezig zijn in de kluit, én dat de nieuwe groeiplek voldoende voorzien is van opneembare voeding, een gezond bodemleven en water. Daarom is het verplanten in het najaar een goede periode: het ‘druppie water van boven’ helpt bij de wortelzetting. Een gat met voeding en een gezond bodemleven is te maken, en dat druppie water is ook te geven. Maar hoe komen we aan die nieuwe haarwortels? Dat is de uitdaging, en daar komt de juiste voorbereiding bij kijken.

Zorg ervoor dat je in het voorjaar de te verplanten struik alvast een keer rond steekt. Doe dit ruim voordat het nieuwe blad eraan komt. Breng dan ook bodemverbeteraars aan op de nieuwe plantplek. In het voorjaar en de zomer zullen de doorgestoken wortels nieuwe haarwortels vormen. Je kunt de struik helpen door in droge periodes af en toe wat extra water te geven. De bodem van de nieuwe standplek kan met de bodemverbeteraars alvast aan de slag met het ontwikkelen van een mooi bodemleven.

In het najaar, zo’n 6 weken voordat je wilt verplanten (zeg maar de tweede helft van september), steek je de struik nog een keer rond. En dan, in oktober of november – zodra het blad van de struik is – is het moment daar: we gaan verplanten.

Doordat je al in het voorjaar en begin van het najaar bezig bent geweest met het rondsteken, heb je een mooie kluit met haarwortels gecreëerd. De bodem van de nieuwe standplek is verbeterd en klaar voor de samenwerking met de nieuwe wortels. Rest ons nog één ding: de balanssnoei. Snoei minstens een kwart van de takken weg en zorg voor mooie snoeiwonden die snel kunnen overgroeien.

Vergeet niet om op het moment dat je de plant eruit schept, aan de noordkant een lintje in de struik te binden. Zorg ervoor dat dit lintje op de nieuwe standplek ook weer aan de noordkant komt. Waarom? Omdat de plant anders opeens volle zomerzon op takken krijgt die daar nooit aan gewend waren, met verbranding als gevolg. En dan is al je werk voor niks geweest.

Nou, dat is dus een lang verhaal voor een klusje dat binnen een uur geklaard kan zijn. Ja, zo zie je maar: ons vak kan best complex en uitdagend zijn als je een goed resultaat wil.

Heb je dit najaar ook zo’n klus, twijfel je, of kom je er zelf niet uit? Tip van mij: bel niet het RIAGG, maar bel ons – wij helpen je vakkundig verder.

Nog een hele fijne zomer en vergeet niet te genieten!

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.