Kracht
Tryfena van Huenen-Notten.

Kracht

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Het is zondagochtend, nog heel erg vroeg wanneer ik in de stilte van de ochtend geniet van een kopje koffie. Mijn telefoon maakt een geluidje en ik zie dat er een appje van mijn moeder binnen komt. Mijn moeder is ook een vroege vogel die, net als ik, eerst rustig in de stilte wakker moet worden. Ik schenk eerst nog een kop koffie in voor ik het appje open. 

Als eerste zie ik een oude foto uit 1978 in mijn scherm, het is mijn jongere broertje E, een prachtige baby met hele grote ogen, liggend op een kleed op de grond, een typische jaren 70 vloerbedekking. Dan lees ik wat mijn moeder nog meer had gestuurd: E zou vandaag 45 jaar zijn geworden. Ik kijk naar de datum, oh het is alweer die datum, ik was het dit jaar helemaal vergeten.  

Mijn moeder niet, die vergeet zijn geboortedag en zijn sterfdag niet. Het is niet altijd zo geweest dat mijn moeder en ik er over kunnen praten. Dat is iets wat wij nog maar een aantal jaar zo kunnen. Je moet de tijd waarin dit speelde begrijpen. De jaren 70 en 80 waren wat emotioneel harder dan nu, ze dachten ook dat wanneer je het er niet over had met je peuter, dat die peuter het zou gaan vergeten. Oké, ik geloof dat ze mij als proefpeuter hadden moeten nemen, want ik heb toch wat pijnlijke vragen aan mijn moeder gesteld! Steeds als ik een poos stil was geweest, kwam het als een scherp mes weer aan; mam, waarom is E doodgegaan? Wat had E, dat hij doodging? Waarom kon de dokter E niet beter maken? Mijn moeder snauwde meestal kortaf en in de loop van de jaren sprak ik er inderdaad niet meer over. In elk geval niet met mijn moeder. 

Ik vond zelf uit waar mijn broertje begraven lag en ik zocht in mijn eentje het grafje op, om er eens een bloemetje op te leggen, ik was toen een jaar of 13. Mijn moeder kon niet rouwen, niet op dat moment, ze had mij en moest opstaan om voor mij te zorgen, later had ze nog 3 kinderen voor wie zij er moest zijn. Mijn moeder ging altijd door, soms werd ze boos om door te kunnen gaan. Pas veel later toen wij haar zorgen niet meer nodig hadden en zelf een gezin hadden om voor te zorgen, kon mijn moeder gaan rouwen. Dat is ook het moment geweest dat mijn moeder en ik, langzaamaan elkaar beter leerden kennen, beter gingen begrijpen. Ik leerde mijn moeder kennen als de krachtige vrouw die ze is, maar ook de vrouw met intens veel verdriet. 

We begrepen elkaar vaak niet, maar wat tussen ons in stond, was eigenlijk het gebrek aan een open gesprek over een gedeeld verdriet. Ik was te klein om het te kunnen benoemen en mijn moeder had te veel verdriet omdat aan te kunnen. 

Gelukkig ben je nooit oud genoeg om wat te leren, maar wat heb ik een enorme berg respect voor mijn moeder! Wat is zij een dappere en krachtige vrouw geweest al die jaren, en nu nog steeds.

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.