Gorsselse Mike Bokslag enduro-kampioen: 'Het is een droom die uitkomt'

Gorsselse Mike Bokslag enduro-kampioen: 'Het is een droom die uitkomt'

Hij zat nog maar kort in de E1-klasse en werd toen al Nederlands kampioen. Mike Bokslag (21) zat in een bloedstollende strijd om de titel, maar hij wist zijn concurrenten voor te blijven en in Harfsen de titel op zijn naam te zetten. “Aan het begin was Nederlands kampioen worden in deze klasse nog geen doel voor mij, maar als je op een gegeven moment lang bovenaan staat en dat lang kunt volhouden begin je er langzamerhand steeds meer in te geloven.”

De druk op de wedstrijd in Harfsen was erg aanwezig, merkte hij behoorlijk: “Ik stond nagenoeg gelijk in punten met mijn concurrenten, dat betekende dat de snelste in Harfsen de titel zou pakken en dat bracht nog wel een extra lading op de wedstrijd.” Het is geen vijandelijke sport, legt de kampioen uit. “Het zijn natuurlijk wel concurrenten, maar ook goede vrienden. Misschien komt dat wel omdat het geen contactsport is, we rijden afzonderlijk van elkaar en kunnen elkaar niet afsnijden.”

“Je rijd in principe drie rondjes van zetig tot zeventig kilometer. In die rondes zitten verschillende proeven waar je tijd wordt gemeten. In zo’n proef geef ik alles, ik gooi het gas open en probeer de snelste tijd neer te zetten.” Daarmee wist hij zich van zijn beste kant te laten zien.

Goede voeding

“De trainingen wisselen wel erg, normaal gesproken rond de twee keer in de week. In de week voor de wedstrijd in Harfsen heb ik me erg goed voorbereid en trainde ik vier á vijf keer die week. Ik zorg dat ik goed eet en voldoende binnenkrijg voor de wedstrijd begint, omdat tussendoor maar weinig tijd zit. In die korte tijd probeer ik net even aan te sterken met een Snickers of even naar de wc te gaan, want ook dat moet gebeuren natuurlijk.”

Volgens Bokslag is een motorsportseizoen is best pittig. “Je bent overal en nergens. We hebben in Italië de zesdaagse en het EK gehad, verder nog wedstrijden in Tsjechië, Polen en in Nederland nog een aantal. Ik heb persoonlijk heel veel geleerd van het deelnemen aan het Wk, het niveau ligt daar heel hoog en is voor mijn ontwikkeling beter.”

Discipline

Na elke wedstrijd spuit de motorsporter zelf zijn motor af en maakt hij hem goed schoon. De motor wordt ook vaak grondig nagekeken door verschillende mensen, iemand die even de remmetjes, het stuurtje naloopt. “Ondanks dat je hem door een ander laat nakijken ben je er wel druk mee hoor. De kleren moeten schoon zijn, de bril moet schoon zijn en het inschrijven voor wedstrijden doen we allemaal zelf.”

“Wij maken gebruik van twee motoren, de een is echt puur voor de wedstrijden en de ander train ik doordeweeks mee.” Op een wedstrijddag is vader Rein Bokslag er ook bij, door Mike te steunen en een helpende hand te bieden. “We werken heel goed samen, het gaat eigenlijk compleet vanzelf. Mijn vader rijd dan vaak op mijn tweede motor, mocht er dan iets met mijn eerste motor gebeuren wat niet op korte termijn te fixen is kan ik door op mijn andere motor.”

Van kleins af aan

Toen hij vijf jaar oud was, kreeg Bokslag zijn eerste motor. Na talloze keren gekeken te hebben naar zijn vader was hij helemaal verkocht. “Officieel mocht je pas als je vijf was een motor, dus toen ik mijn vijfde verjaardag vierde gaf mijn vader mij mijn eerste motor”, vertelt de enduro-kampioen trots. Al generatie op generatie leeft de passie voor de motorcross voort. “Ik begon met een 50-cc’tje, mijn vader kon mij op die leeftijd mooi bij de capuchon grijpen, op die manier kon er niks gebeuren.”

Hij kon niet wachten om op de motor te stappen. “Ik wist dan ook vaak al vroeg op de dag dat we naar de motorcross gingen, ik zat vaak met mijn helm op in de huiskamer te wachten.” Het was als klein jochie een echte speeltuin, de motor en Mike werden echt onafscheidelijk. Al is dat ook wel eens anders geweest en heeft hij de motor echt wel moeten leren kennen. “Ik kan mijn eerste keer springen over een bult nog goed herinneren. Ik reed vol gas op die bult af en ging me toch hard onderuit. Mijn vader ziet mijn ogen tot op de dag van vandaag nog draaien.”

Volgend seizoen

“Als ik heel eerlijk ben had ik het niet direct verwacht, Nederlands kampioen worden terwijl ik nog maar net in deze klasse zat. Ik moest het wel even laten bezinken al ligt de focus snel weer op het volgende seizoen, wat begin 2022 van start gaat.” 

Of hij al te vroeg zijn succes heeft gepakt? “Als coureur wil ik nog iets constanter worden en veel blijven trainen, mijn doel heb ik helder voor ogen het winnen van de volgende klasse de E2.” De concurrentie  zijn een stuk ouder en dat biedt kansen voor de toekomst. “De één is 26 de ander 36 dus daar zit voor mij nog wel rek in. Veel met de sport bezig zijn, weinig fouten maken en dan kunnen we de secondes in ons voordeel pakken.”

Zo vader, zo zoon

“Ik zie hem nog wel is alles winnen wat er te winnen valt”, vertelt vader Rein Bokslag. Trots als een pauw is hij op zijn zoon. “Mike is erg rustig en heel erg gefocust, hij praat dan ook niet veel tegen mij waar ik dan wel weer van kan genieten. Dit seizoen heeft hij me echt verrast, de hoeveelheid fanatisme die hij in een wedstrijd legt is echt goed. Hij was op een leeftijd dat hij echt zijn grenzen moest aanvoelen, op dat moment viel hij een keer erg hard. Ik dacht toen wel is: ‘waar zijn we aan begonnen?’. Maar met zijn rijstijl is niks mis, nu alleen nog iets constanter presteren en vooral hard blijven werken."

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.