Brummenaar op Erelijst blijkt landverrader
De vermelding op de online versie van de Erelijst

Brummenaar op Erelijst blijkt landverrader

De Brummense Jacob Adriaan Detmar, een verzetstrijder óf een landverrader? Na de oorlog kwam zijn naam op de ‘Erelijst van Gevallenen 1940-1945’, maar die naam is er nu vanaf gehaald. Omdat hij toch fout was in de oorlog. De naam is enkel in het register aangepast, want de papieren versie is te kwetsbaar.

De lijst, waar zo’n 18.000 namen opstaan van militairen en verzetters die in de strijd tegen de Duitse en Japanse bezetter omgekomen zijn, telt vanaf nu een naam minder. Dit komt door vragen van de NOS richting het NIOD, die vervolgens onderzoek deed naar de reden waarom hij erop stond.

Marechaussee
Detmar werd in 1916 in Brummen geboren. In augustus 1940 ging hij aan de slag bij de marechaussee in Zwolle. Datzelfde jaar meldde hij zich aan bij het Rechtsfront, een beroepsvereniging voor onder andere de NSB. Later werd hij onderofficier en werd overgeplaatst naar Arnhem, waar hij bij de SD (Sicherheitsdienst, de Duitse inlichtingendienst) aan de slag ging.

Samen met zijn college Antoon den Otter ging hij op jacht naar Joden, verzetstrijders en onderduikers. Per binnengebrachte kregen ze 10 (ongeveer 65 euro tegenwoordig) gulden, later 20 gulden. Hoeveel mensen hij met Otter heeft binnengebracht is onbekend, maar er zijn er zeker drie bekend.

Onderduiken
Toen de Slag om Arnhem begon, op 17 september 1944, moest Detmar zelf onderduiken. Hij was ervan bewust dat het einde van de oorlog nabij was. Hij dook onder in zijn geboorteplaats Brummen. Hij probeerde zelfs nog bij het plaatselijke verzet aan te sluiten, maar die waren op de hoogte van zijn werk bij de SD.

Echter lag er nog een ander gevaar op de loer: de SD’er Ludwig Heinemann wist van het onderduiken van Detmar en Otter, die de SD hadden verlaten. Begin april 1945 meldde een groep SS-commando’s zich bij Heinemann, die de opdracht kregen de ondergedoken verzetslieden in Brummen op te sporen.

De tekst gaat verder onder de foto...

De gracht bij Groot Engelenburg (foto van na de oorlog).
© RAZ

Gracht
Detmar en Den Otter werden als eerste gevonden en opgesloten in de kelders van landgoed Groot Engelenburg. Ze werden gemarteld en bekenden dat ze waren gevlucht uit het Duitse leger. De straf die daarop volgde was helder: de dood.

Op 13 april verlieten de Duitsers Brummen. Diezelfde dat schoten ze nog wel de gevangengen dood. Detmar, Den Otter en zes Brummense verzetslieden. Achter het kasteel werden ze doodgeschoten, hun lichamen werden gedumpt in de gracht.

Erelijst
Er werden in de afgelopen jaren meerdere namen gecorrigeerd en verwijderd van de lijst. Het ging om spelfouten en dubbelingen. Dit is de eerste naam die verwijderd is omdat hij niet thuishoort op de lijst. Hoe kon hij er dan toch opkomen? Hij is aangedragen door zijn weduwe, die waarschijnlijk niets wist over zijn pro-Duitse activiteiten.

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.