Vertrouwde gezichten op weekmarkt in Lochem
- Nieuws
- vandaag
- Mattijs Janssen
LOCHEM - Elke woensdag staat het centrum van Lochem vol met vertrouwde gezichten en geuren: de weekmarkt. Negen marktondernemers trotseren weer en wind om hun vaste klanten te verwelkomen. Op deze koude, bijna winterse ochtend haalt een moeder een warme stroopwafel voor haar dochter, geniet een ander van warme soep of een loempia, en worden de verse producten bij de verschillende kramen ingekocht.
Hoewel zowel marktlui als bezoekers merken dat de markt kleiner is geworden, is de sfeer er niet minder om. “In Zutphen was meer reuring,” verzucht een klant, “maar ik kom hier toch elke week.” De ondernemers zien dat ook: de markt verandert, maar de liefde voor het vak blijft.
Visspecialist Frank staat al zes jaar in Lochem. Zijn kraam verhuisde ooit van de ene naar de andere hoek van de markt, maar zijn missie bleef hetzelfde: goede vis en gezellig contact. “De markt wordt kleiner, vooral non-food. Jongeren nemen het vak minder vaak over,” vertelt hij. Toch is hij trots: hij is de tweede generatie Ruizendaal en zijn dochter staat inmiddels ook in de kraam. Ook Sharon van Holland Kaascentrum ziet steeds minder jonge mensen het vak instappen. “Je moet het leuk vinden, het moet in je bloed zitten,” zegt ze. In Laren spraken we al met Sharon; op het artikel in oktober had ze erg leuke reacties gekregen. “Mensen zijn sowieso positief,” merkt ze op.
Lu bakt zijn loempia’s op twee plekken in Lochem en kent de markt als een echte ontmoetingsplek. “Het is wat rustiger geworden, maar ik vind dit het allerleukste werk,” lacht hij. Vooral in de zomer is het genieten. “Het is nu zo koud.” Iets verderop kookt Fientje haar soepen. Fientje Soep staat al vijf jaar in Lochem. “Ik ben gek op soep en kan het goed maken,” vertelt ze. Veel mensen nemen de soep mee naar huis, maar ook warm op de markt smaakt hij heerlijk.
Een van de weinige non-foodkramen die we in de gemeente Lochem tegenkwamen, is die van de heer Bourgogne. Hij was ooit schade-expert bij een bank en is nu al 25 jaar marktondernemer. “Het is tegenwoordig vooral hobby,” vertelt hij. “Internet is de boosdoener,” zegt hij nuchter. Hij is momenteel langzaam aan het afbouwen. “Ik ben dan ook al 82 jaar,” lacht hij. De markt moet nog even op gang komen als we aanwezig zijn. “Het begint meestal rond 11 uur, maar op de markt kun je niks plannen.”
Anouar Derks is derde generatie marktondernemer en staat al sinds zijn zevende op de markt, toen nog samen met opa. Zijn familiebedrijf staat al meer dan 100 jaar in Lochem. Zelf runt hij nu drie jaar zijn eigen wagen: vandaag zelfs de eerste keer met een splinternieuw exemplaar. “Elke dag een andere plek, ander publiek. Dat is het mooie eraan.” Met de nieuwe kar heeft hij naar eigen zeggen echt een groentewinkel op wielen.
Wilco begon met zijn stroopwafelkraam in coronatijd. Nog maar een paar maanden had hij zijn winkel, en toen moest alles dicht. Hoe hij op stroopwafels kwam? “Gewoon omdat ik ze lekker vond,” zegt Wilco lachend. Hij begon in Apeldoorn en staat nu op meerdere markten. “De markt is zoveel leuker dan een winkel. Je hebt vrijheid, geen openingstijden en gezellige mensen.”
Noten & Vruchten De Vries koos 25 jaar geleden bewust, na een winkelcarrière, voor de markt. Daarvan staat hij al 23 jaar in Lochem. “Op de markt komen andere mensen, andere energie. Ik hou ervan.” Ook Armina staat al bijna net zo lang op de markt. Zelf komt ze uit Almen, maar koos bewust voor de woensdag in Lochem. Samen met haar man bereidt ze alles zelf. “Warm of koud, we staan hier met plezier,” zegt ze stralend achter haar kraam vol Griekse delicatessen.
Waarom mensen terug blijven komen
“De verse producten en de vriendelijke marktlui,” zegt een klant terwijl ze op haar beurt wacht. “Dit is gewoon lekkerder dan in de winkel.” Als ontmoetingsplek is het wel wat rustiger geworden, merkt ze op, maar het “woensdag koffieclubje dat ooit door de markt is ontstaan, is er nog altijd.” De reuring mag dan wat minder zijn, de charme van de weekmarkt blijft.
