Gemiddeld genomen
Hugo Trentelman.

Gemiddeld genomen

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

“Shit, een 4,5 voor de schriftelijke overhoring! Nou ja, even het rekenmachientje erbij pakken. Het proefwerk telt twee keer, dus als ik dan een 6,2 haal...”. Op de middelbare school verhief ik het berekenen van gemiddelden tot ware kunst. Het ultieme doel was altijd een 5,6 gemiddeld. Net voldoende om over te gaan maar niets meer dan absoluut noodzakelijk. Zo fietste ik door mijn middelbareschooltijd. Althans, tot eind vierde klas...

Frank Jansen uit Wijchen is 1,86 meter groot, weegt 94 kilogram, bezit een tweedehands grijze auto, heeft een gezin, rookt niet, drinkt 1,2 glazen alcohol per dag en is lid van IKEA family. Frank is de gemiddelde Nederlander! In de vermakelijke documentaire 'op zoek naar de gemiddelde Nederlander' gaat Albert Klein Haneveld op zoek naar de man achter de CBS-cijfers. De overheid baseert namelijk veel van haar beleid op de gemiddelde Nederlander. Hoeveel gaat de gemiddelde Nederlander erop vooruit? Welk effect heeft deze bezuiniging op de gemiddelde Nederlander en hoe denkt de gemiddelde Nederlander over de Corona aanpak? Frank ís die gemiddelde Nederlander. Frank is de lat waarlangs de overheid haar beleid legt. In Den Haag is Frank dus een belangrijk man. Maar Frank vinden bleek niet eenvoudig. En precies daarin schuilt het probleem van sturen op gemiddelden en statistiek.

Het gemiddelde is een rekenkundig concept. Door alle data op te tellen en te delen door het aantal data krijg je het gemiddelde. Het gemiddelde is de hoeksteen van de statistiek. Het bepaalt de centrale tendens in een groep. Hoeveel ijsjes verkoopt de ijscoman per dag? Hoeveel lezers bereik ik maandelijks met mijn columns? Hoe heeft klas 1c gescoord voor het proefwerk wiskunde? Het gemiddelde vat de hele groep handzaam samen in één enkel cijfertje. Erg handig. Toch? Zeker, maar het gemiddelde zegt helemaal niets over de verdeling binnen een groep. Als ik een taart verdeel over 10 familieleden krijgt iedereen 'gemiddeld' altijd één-tiende stuk taart. Ik herhaal: altijd! Of ik nu iedereen exact evenveel geef of alles voor mijzelf houdt; voor het gemiddelde maakt het helemaal niks uit. Het gemiddelde stukje taart per persoon blijft altijd één-tiende.

"We hebben geen flauw idee"

Frank Jansen is dat gemiddelde stukje Nederlandse taart. Het één-zeventien-miljoenste stukje. Als we naar Frank kijken weten we één ding zeker: de totale Nederlandse taart is groot. We kunnen echter niets zinnigs zeggen over de verdeling van die taart. Hoeveel mensen leven als Frank? Hoe uniek is gemiddeld in Nederland? We hebben geen flauw idee. Althans niet dankzij Frank. Dus, de volgende keer dat u politici hoort zeggen: "bij ons gaat de gemiddelde Nederlander er het meest op voorruit.", denk dan even terug aan Frank en weet dat het volkomen nietszeggende campagnepraat is. Gemiddeld genomen kunt u politici, die met de gemiddelde Nederlander op de proppen komen, dus beter met een korreltje zout nemen.

De vierde klas eindigde ik met een 7 voor economie en een zwaarbevochte 6,5 voor Engels. Het bracht mijn gemiddelde exact op een 5,6. Doel behaald, dacht ik. Maar niets bleek minder waar. Mijn mentor was onverbiddelijk. Met een 4,7 voor wiskunde en een 4,2 voor Frans bleef ik toch echt een jaartje zitten. Daar kon geen gemiddelde iets aan doen. Verdeling bleek, ook toen al, belangrijker dan het gemiddelde. Of in de woorden van mijn mentor: "met een gemiddelde kun jij straks in Frankrijk geen brood bestellen!"

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.