Wat je weten wil over de magie van reeën zien
- Nieuws
- 21 maart 2024
- Natuurmonumenten
LOCHEM - Wie in de ochtend- of avondschemering op pad gaat, maakt een grote kans groepjes reeën te zien in het veld. Zeker vanuit de trein zie je ze vaak staan als je uit het raam kijkt. Overdag zijn ze meestal verstopt in bos(jes) waar ze rusten en herkauwen. Boswachter Camée vertelt over deze prachtige dieren en hoe je ze het best kunt spotten. Heb je zelf een vraag over reeën, stel die aan Camée via Facebook.
Reeënsprong
Zie je reeën in de winter? Dan is dat vaak in groepjes. Dat noem je een ‘sprong’. Maar zo rond deze tijd beginnen die sprongen uiteen te vallen. De reeën zoeken dan weer hun eigen territorium op. De geiten - vrouwelijke ree - zijn op dit moment in verwachting van hun kalveren.
Reeën hebben namelijk een uitgestelde draagtijd. Dat wil zeggen dat ze gedekt worden in juli of augustus. Dan is de bronst. Maar dat de ontwikkeling tot het kalf begint pas eind december. Voordeel hiervan is dat bij een erg strenge winter de vrucht nog afgestoten kan worden door de geit. Hiermee bespaart ze veel energie, wat haar kan helpen de winter door te komen.
Na de winter is het tijd om aan te vetten. Reeën zijn echte snoepers en eten graag van alles; gras, kruiden, knoppen, blaadjes en bloemen. Ook vindt nu de verharing plaats; de grijzere wintervacht maakt plaats voor de roodbruine zomervacht. Als je geluk hebt, kun je een zwarte ree tegenkomen. Deze zwarte kleurvariant noemt men een melanisme. Dat is het tegenovergestelde van albinisme. Dan zijn dieren juist helemaal wit. Dit komt ook voor bij reeën.
Opgelet: half mei komen de kalfjes
Nog even en de eerste reekalveren worden geboren, zo rond half mei. Tegen die tijd is het verstandig op te letten dat je de kalfjes niet aanrijdt met gras maaien. Ze verbergen zich graag in hoog gras en bij dreigend gevaar blijven ze stokstil liggen. Ook de hond aan de lijn houden in het bos is dan nóg belangrijker, want reekalfjes zijn hulpeloos tegenover een hond.
Verstoring is namelijk nooit goed. Ook niet voor andere bosbewoners, zoals vogels. Een ree die te vaak verstoord wordt verliest daarbij onnodig veel energie met het wegrennen. Dit verkleint de overlevingskansen, zeker in de winter of tijdens de bronst. Reeën kunnen ook nog eens in paniek een autoweg op rennen en aangereden worden.
Zelf reeën of hun sporen zien
Reeën zien is altijd mooi, maar ook hun sporen kun je tijdens je wandeling aantreffen. Bokken, de mannetjesreeën, beginnen nu zo langzamerhand met het ‘vegen’ van hun gewei. Tijdens de winterperiode is het gewei gaan groeien. De fluwelige huid, de bast, is rijk aan bloedvaatjes die voedingsstoffen aanvoeren voor de groei.
Zo rond maart-april is het gewei klaar en de bast dus niet meer nodig. De huid begint dan te jeuken en wordt eraf geschuurd door de bokken. Hiermee laten zij een zichtbaar spoor van beschadigde struik- en boomtakken achter. Dat zie je soms langs het wandelpad.