Hoe twee Canadezen sneuvelden in Lochem
- Nieuws
- 7 november 2023
- LokaalLochem
LOCHEM - Lochem 2 april 1945 - Clarence Warren Lorensen - Lt. George McDonald Johnstone. 29th Armoured Recconnaisance Regt.(South Alberta Regiment R.C.A.C.)
Lange tijd werd aangenomen dat alleen de Britten verliezen hadden geleden in en rond Lochem tijdens 1 & 2 april 1945. Dat er ook twee Canadezen sneuvelden is maar weinig bekend. Op 2 april 1945 (Pasen) in de morgen hebben de Britten rond 04.30 uur Lochem grotendeels bevrijd. Achter het kanaal hadden zich een grote hoeveelheid Duitsers verschanst, zij geloofden nog in de "Entzieg". Kurt Student, de Duitse Generaal van de Luftwaffe, had opdracht gegeven aan Christiaansen om koste wat het kost, het Twentekanaal tot de laatste man te verdedigen. Waren de geallieerden over het Twentekanaal, dan lag hun niets in de weg om op te trekken naar Duitsland. Alle resten die de Duitsers nog hadden hier werden allen onder het commando van de Luftwaffe geplaatst en kon men inmiddels van een leger niet meer spreken. Dat ze nog fanatiek waren merkte men in Laren wel, want dat werd pas op 5 april 1945 na hevige gevechten bevrijd.
De gevechtsgroep Lion zou als eerste van de divisie starten met de operatie en oprukken naar het Twentekanaal. Deze gevechtsgroep zou aangestuurd worden door commandant Jim Jefferson van de 10th Canadian Infantry Brigade. De gevechtsgroep bestond uit een deel van de tanks van de Governor General’s Foot Guards en een verkenningseenheid van The South Alberta Regiment van de 4th Canadian Armoured Division. Het Algonquin Regiment en het Argyll and Sutherland Highlanders Regiment zouden uitsluitend worden ingezet als infanterie. Daarnaast had Jefferson de beschikking over de zware machinegeweren van The New Brunswick Rangers en de 14th Canadian Anti-tank Battery. De Canadian Field Ambulance en de engineers van het 9th Canadian Field Squadron ondersteunden de gevechtsgroep Lion.
Vrij simpele taak
Simonds vond de taak van de gevechtsgroep vrij simpel, omdat de Britse 43rd (Wessex) Infantry Division (129th Infantry Brigade) bijna Lochem in handen had. Als de gevechtsgroep Lion een bruggenhoofd had gevormd over het Twentekanaal, dan zou de gevechtsgroep Tiger onder het bevel van commandant Brigadier Robert Moncel de opmars oostelijk richting Delden en Borne voortzetten. De Canadese "Battle Group Lion" krijgt opdracht om naar het Twentekanaal rond Lochem te gaan. Om 16.30 uur wordt deze taak door de Britten overgedragen aan de Canadezen.
Deze Battle group Lion staat onder bevel van Commander Brigadier Jim Jefferson en bestaat uit:
- 10th Infantry Brigade
- Lincoln & Welland Regiment
- Algonquin Regiment
- The Argyll & Sutherland Highlanders of Canada
- 4Th Armoured Brigade onder leiding van lieutenant - General Robert Moncel.
- Governor General's Foot Guards
- 29th Armoured Recconnaissance Regiment (South Alberta Regiment).
- New Brunswick Rangers
- 14th Canadian Anti-Tank Battery
- 15th Canadian field Ambulance
- 9th Canadian field squadron ( Engineers)
Commander Brigadier Jim Jefferson geeft orders aan het South Alberta Recce Squadron, uitgerust met Stuart VI tanks om verkenningen te gaan doen aan de Lochemse kant van het Twentekanaal. Met twee Stuart tanks gaat sergeant Tom Patterson ten westen van Lochem een verkenning doen. Na ongeveer een anderhalve kilometer draait hij naar het noorden. Eerst moeten ze nog over de Berkelbrug. De brug was nog intact, maar geblokkeerd met mijnen en andere obstakels. De bemanning van de twee Start tanks ontmantelen eerst de mijnen en dan de rest van de obstakels en binnen "No time" zijn ze bijna klaar, als tot hun verbazing een Duitse motorrijder opdoemt. Zo snel als hij verschijnt, zo snel maakt hij ook dat hij weer weg komt...
Het ging zo snel, vertelde Tom Patterson "dat we niet eens tijd hadden onze wapens te gebruiken". “Vervolgens rijden we voorzichtig verder over een nauw geplaveide weg, die uit komt bij een smalle brug over het kanaal. Tot onze verbazing is deze brug nog heel, terwijl we door gekregen hadden dat alle bruggen er uit lagen.” (Dit blijkt dus de brug te zijn bij Klein Dochteren).
Corporal Jimmy Simpson's Stuart tank neemt gelijk positie in bij de hoger gelegen dijk aan de lochemse kant, want zo heeft hij even beschutting. Hij weet nog niet wat zich aan de overzijde van het kanaal bevindt. Voorzichtig rijdt hij een stukje tegen de dijk op en meteen krijgt hij een moordend spervuur op zijn tank. Op het moment dat hij achteruit rijdt, vuurt een Duits Anti-Tank kanon, van de overzijde van het kanaal, een granaat op zijn tank af.
Clarence Warren Lorensen
Trooper John Lakes, de schutter van Simpson's tank, zag een enorme lichtflits en hoorde een harde knal, terwijl de granaat de koepel van de tank raakte. Simpson schreeuwt naar zijn bemanning: "Everyone out of the tank NOW!!!!" Simpson zorgde er nog voor dat de 37 mm kanonsloop in het midden naar voren gericht stond zodat de chauffeur en zijn tweede chauffeur veilig hun plek konden verlaten. Het was chaos…Terwijl trooper John Lakes probeert uit de tank te komen, bemerkt hij dat zijn linkervoet compleet andersom staat. "Mijn linkerbeen was compleet aan gruzelementen en hing nog aan een paar pezen ter hoogte van mijn lies... Het bloed spoot er aan alle kanten uit.”
Ondanks zijn zware verwondingen laat hij zich over zijn buik uit de koepel glijden. Hij weet dat hij niet kan springen en met zijn kin omhoog komt hij met een smak op de grond. Even is hij buiten westen en kort daarna zich voort gesleept naar een kleine geul in de dijk. Als Cpl. Jimmy Simpson dit ziet legt hij snel een tourniquet aan bij Trooper Lakes. Dit is niet geheel ongevaarlijk, want er wordt nog steeds van achter de overzijde van het kanaal op hen afgevuurd. Trooper Lakes, moet zo snel mogelijk hier weg. Als Trooper Clarence Lorensen ook aan het helpen is met Trooper Lakes wordt Clarence doodgeschoten door een Duitse scherpschutter van de overzijde van het kanaal. Simpson ziet hoe Clarence in zijn hoofd geraakt wordt en onmiddellijk sterft.... Clarence werd niet ouder dan 28 jaar.
Patterson springt onmiddellijk in zijn tank en bemerkt dat deze nog rijdt. Waarop hij deze zo snel mogelijk in veiligheid brengt beneden aan de dijk. Hij geeft direct door, over de radio, dat Simpson's crew zo snel mogelijk moet worden geëvacueerd en dat hij versterking nodig heeft. Lieutenant-colonel Gordon "Swaty" Whitherspoon ontving het bericht en stuurde het C-Squadron van het South Alberta ter versterking. Luitenant Bill Luton’s No 1 Troop vormde de reddingsmissie, terwijl de andere troop met tanks werd achtergehouden voor het vervoer van de infanterie.
Geen bruikbare bruggen meer
De tanks zouden achter elkaar over het smalle weggetje naar de brug moeten rijden, omdat de bermen te zacht waren voor de zware tanks. Luton wachtte niet op de infanterie en reed met zijn tanks naar een hoge dijk voor de brug. Deze bood een uitstekende dekking voor de Duitsers aan de andere kant van het kanaal. Toen hij langzaam een stukje de dijk opreed, klonk er een daverende explosie en vlogen verschillende stukken van de brug in de lucht. Teleurgesteld stond Luton naar het puin van de belangrijke brug te kijken. Brigadier Jefferson realiseerde zich nu dat er geen bruikbare bruggen in het gebied meer waren. Hierop werd de gevechtsgroep Lion ontbonden zodat de Argyll and Sutherland Highlanders samen met de South Alberta's Lochem bezetten en het Algonquin Regiment de hoge grond direct ten zuiden van het dorp.
De burgers van Lochem waren dolenthousiast om de bevrijding van hun dorp, hierbij kwamen ze de huizen uit om de Canadese bevrijders te begroeten. Dit terwijl de Duitsers zich nog steeds verschansten aan de overkant van het Twentekanaal en de omgeving nog steeds onder vuur namen met machinegeweren en artillerie. In het War Diary van de Argyll’s staat het volgende te lezen over de bevrijding van het dorp:
"Lochem was het grootste en meest aantrekkelijke dorp dat we in Nederland hebben bevrijd, het was jammer dat we niet met de plaatselijke bevolking mee konden feesten. Onze rol als infanterie was puur operationeel." Vandaar dat velen dachten dat Lochem was bevrijd door de Canadezen... Lochem is eigenlijk door beiden bevrijd.
Lieutenant George McDonald Johnstone. South Alberta Regiment
Door het regiment werd de Duitse sterkte aan de overkant van het Twentekanaal geschat op ongeveer 300 man. De compagnie commandanten van het Algonquin Regiment & het South Alberta Regiment zouden vanuit een observatiepost in een oude leerfabriek( NAEFF) de volgende stappen van de regimenten uiteenzetten. Terwijl de commandanten aan het overleggen waren was hierbij ook Lt George McDonald Johnstone aanwezig. Ook hij werd net als Clarence Warren Lorensen door een Duitse sluipschutter van over het kanaal doodgeschoten. George McDonald Johnstone werd niet ouder
dan 27 jaar. Het complete divisie plan was gericht op een oversteek van het Twentekanaal bij Lochem. De Algonquins waren verantwoordelijk voor het oversteken van het kanaal met aanvalsboten om zo een bruggenhoofd te vormen aan de noordelijke oever. Een dergelijke actie zou vermoedelijk in een bloedbad eindigen. Gelukkig had de commandant van de 4th Canadian Armoured Division, Major-general Chris Vokes, de opdracht gegeven om af te zien van het originele plan. Hij besloot om de gevechtsgroep Tiger via Diepenheim om te leiden. Hier moest brigadier Moncel wachten totdat de Britse 43rd Division de aanval richting het Twentekanaal had ingezet en een bruggenhoofd van ongeveer twee kilometer had gevormd van Delden in het westen tot Hengelo in het oosten.
Beide Canadezen werden tijdelijk begraven op de nieuwe begraafplaats op de Zutphenseweg en werden later overgebracht naar het Canadese ereveld in Holten. Lochem had het No.3 Canadian Casualty Clearing station gevestigd in Kasteel de Cloese. Werkzaam hier was Lieutenant Nursing Sister Georgie Rideout, Royal Canadian Army Medical Corps. Maar liefst 44 Canadezen werden tijdelijk begraven op de nieuwe begraafplaats aan de Zutphenseweg in Lochem. Later werden ze allemaal overgebracht naar hun laatste rustplaats op het Canadese kerkhof in Holten.
Eerste herdenking Inheemse Soldaten op het Canadees kerkhof Holten
Op 13 september was het eindelijk zover. De Canadese strijdkrachten hadden in 2022 tijdens een ceremonie de eerste grafstenen onthuld met daarop tekens van de inheemse bevolking van Canada, die zijn gestorven in oorlogstijd. Ook in Nederland liggen veel gesneuvelde Canadezen uit de Tweede Wereldoorlog. En daarvan zijn er ook van Inheemse afkomst. Na vele jaren van zoeken door met name comrades Yvonne en Berry Swarthoff (Lochems Liberation Museum) is er vanuit de Royal Canadian Legion Branch 005, Liberation of the Netherlands (RCL005) een initiatief gestart om concreet invulling te geven aan de markering van die gestorven bevrijders: het Project Indigenous Legacy in Nederland was geboren. De eerste stap was het identificeren van de graven op de grote begraafplaatsen (Bergen op Zoom, Groesbeek en Holten). RCL005 President Martin Reelick heeft, als ‘halve Canadees’, vanuit zijn passie voor dat onderwerp een aantal acties uitgezet, waardoor e.e.a. werkelijk begon. De hulp van het infocentrum Holten, de Radboud Universiteit, de Stichting NANAI en Faces-to-Graves werd ingeroepen om de gegevens van de gestorven bevrijders boven tafel te krijgen en te valideren. Comrade Herman Sligman is een ware onderzoeker en heeft gezorgd voor de gegevens en de communicatielijnen binnen het project. Vanuit Canada was de hulp van veteraan en Indigenous deskundige Glenn Miller onmisbaar voor de contacten met Veterans Affairs Canada (VAC) en de diverse Indigenous groepen. Uiteindelijk resulteerde dat in de concrete eerste stap. Met goedkeuring van de diverse Indigenous groepen in Canada konden de graven worden gemarkeerd. Dat moet volgens specifieke traditie in een ceremonie gebeuren. Het gaat ook om Canadese landgenoten, die op een Canadese begraafplaats liggen in Nederland. Daarom nam VAC de leiding in het project voor de eerste ceremonie in Holten, met de hulp van Berry en Yvonne Swarthoff.
Vanuit Canada werden de betrokken nabestaanden van de overledenen uitgenodigd om aanwezig te zijn. Leiders van de Inheemse groepen, zoals ‘Chiefs’ en ‘Elders’, maar ook leden van de Canadese overheid, zoals de Minister en Deputy Minister van VAC, leden van de Canadese Ambassade in Nederland en anderen waren uitgenodigd. Vanuit Nederland waren daarvoor de burgemeester van Holten-Rijssen en de burgemeester van Lochem, die was helaas verhinderd, en werd vervangen door wethouder Lex de Goede.
Zoekplaatje
Het Liberation Museum Lochem is in het bezit gekomen van een aantal prachtige foto's met betrekking tot Canadezen in Lochem. Op een foto zien we een Canadese Lorry met daarachter een V2. Deze foto is gemaakt bij het Texaco station (nu AVIA) op de Zutphenseweg. De vraag is of iemand weet wie deze kinderen zijn of zich misschien zelf wel herkennen. Graag contact opnemen met het Lochems Liberation Museum.