Zeventig plus
Joop Hekkelman.

Zeventig plus

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Een paar weken geleden vielen er twee brieven op de deurmat. Eén voor mijn echtgenote en één voor mijzelf; afzender de werkgroep Zorg&Welzijn van de Dorpsraad. Na opening van de enveloppe bleek het een uitnodiging om mee te doen aan een inventarisatie onder mensen van 70 jaar en ouder. Men wil van deze groep graag weten wat hen bezighoudt en wat in coronatijd de staat van hun welbevinden is. Voelen zij zich eenzaam, welke activiteiten deden zij voordat de beperkende maatregelen er waren, wat willen zij graag oppakken, hoe willen zij geholpen worden. Wij hebben de brieven niet beantwoord, een dag later lagen die met envelop en al bij het oud-papier.

Deze weigering werd niet veroorzaakt omdat we de aandacht voor senioren afwijzen. Integendeel! Waar het wringt is het volgende: ik ben qua leeftijd nog twee jaar verwijderd van de ondergrens voor dit onderzoek. Omgekeerde leeftijdsdiscriminatie! Ik voelde geen belemmering om zonder nadenken brief en envelop in de doos voor OPA te deponeren. (OPA staat voor oud papier-actie van de plaatselijke muziekvereniging).

Wat is dat toch in mijn regio met selecteren van groepen mensen. Het RIVM nodigt in Lochem, tegen de bedoeling in, het complete patiëntenbestand van een huisarts uit voor vaccinatie en met de leeftijd van de zeventiger wordt het ook niet al te nauw genomen.

"Dat schijnt in onderzoeksland een redelijk resultaat te zijn"

Inmiddels is de uitkomst van de enquête gepubliceerd. Van de 750 uitgereikte formulieren kwamen er ruim 200 ingevuld terug. Dat schijnt in onderzoeksland een redelijk resultaat te zijn. De uitleg van de uitkomst ging over computergebruik, mobiliteit, activiteiten organiseren, contactmogelijkheden enzovoorts. Toen ik het verhaal las dacht ik twee dingen. Het eerste: wat mooi dat een poging wordt gedaan om een ’stille‘ groep mensen uit hun isolement te halen. Hun achtergronden kennen we onvoldoende en zij verdienen aandacht. Mijn tweede gedachte: ik herken mijzelf helemaal niet in de vraagstelling en de uitkomsten. Wij mogen ons gelukkig prijzen.

Een aantal keren in de week wandelen we een flinke afstand, we passen op kleinkinderen, we vergaderen met de computer, ik schrijf stukjes.
De enquête kwam wat zuur binnen omdat ik als 68-jarige verkeerd werd ingeschaald. In het besef dat het over een paar jaar zo maar minder kan gaan, is het goed te weten dat naar ons zal worden omgekeken. Ik ben nu nog te jong, maar mijn tijd zal hopelijk nog komen.

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.