Liselore
Joop Hekkelman.

Liselore

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Wanneer is iemand onsterfelijk geworden. Voor mij als hij of zij iets heeft gemaakt, geschreven, gezongen of gedaan dat voor één ander persoon altijd waarde blijft houden. Dat hoeft geen compleet oeuvre te zijn, één wapenfeit is soms genoeg. Zo iemand is Liselore Gerritsen. Op 25 november jl, raakte zij uit de tijd, zoals wij dat zeggen. Er is één lied waardoor ik haar nooit zal vergeten.

Zij is in 1937 geboren in Wichmond en was dus streekgenoot. Die omgeving moet de inspiratiebron zijn geweest voor het mooiste lied, althans voor mij, waarmee de IJssel is bezongen. Voor mij is ze daarmee onsterfelijk geworden. Liserore was een grootheid in het cabaretlandschap van de jaren ‘60 en ‘70. Onder andere samen met Paul van Vliet. Echter, ik heb de indruk dat het publiek van nu daar niet veel weet van heeft. Vaak was ze enigszins op de achtgrond aanwezig. Aanvankelijk was ze cabaretière en bracht albums uit met wonderschone liedjes. Later schreef ze boeken en gaf ze lezingen met voordrachten uit eigen werk. Als eerbetoon aan de zangeres die onze rivierlandschap zo beelden verwoordde. Onovertroffen!

De IJssel (Liselore Gerritsen)

Iedereen heeft z'n rivier en ik, ik heb de IJssel
Langs de kleine dorpen stromen glinsterende kinderdromen
Iedereen heeft z'n rivier en ik, ik heb de IJssel

In de zachte koeieogen spiegelt zich een heel klein strand
Kleine voeten in het water, kleine klompen op de kant
In de zachte koeieogen spiegelt zich een heel klein strand
Kleine kolken in het water, grote dromen op de kant
In de zachte koeieogen spiegelt zich de eerste mond
Grote woorden aan het water, kleine liefde op de grond
In de zachte koeieogen spiegelt zich een kleine hand
En schrijft de allereerste naam met grote letters in het zand

Iedereen heeft z'n rivier en ik, ik heb de IJssel
Langs de groene dorpen stromen glinsterende kinderdromen
Iedereen heeft z'n rivier en ik, ik heb de IJssel

In de zachte koeieogen spiegelt zich het kleine strand
Schipper, ik moet overvaren; schipper, naar een groter strand
In de zachte koeieogen spiegelt zich voor het laatst een hand
Gooit de dromen in het water, afscheid van een kinderland
Iedereen heeft z'n rivier en ik, ik heb de IJssel
En de zachte koeieogen volgen alles onbewogen

Iedereen heeft z'n rivier en in mij, in mij stroomt de IJssel

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.