Hemel en aarde
Joop Hekkelman.

Hemel en aarde

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Het is maandagmorgen. Om zeven uur al op pad, op weg naar Lochem om mijn echtgenote naar haar werk te brengen. De auto is vandaag van mij. Door de boomtakken langs de lange laan wringt zich het knalrood van de opkomende zon. Fascinerend. Half acht, een kopje koffie met haar collega’s. De gesprekken gaan over een traag opstartend computersysteem, een voorbije vakantie in Florida, zieke collega’s, een opgelost kasverschil drie dagen eerder en caravans die uit de winterstalling zijn gehaald voor het aanstaande paasweekend. Alledaagse onderwerpen die moeiteloos onder woorden worden gebracht, niet echt bijzonder, althans vergeleken met de indruk die de ochtendzon een half uur daarvoor achterliet. Als je goed kijkt wordt je daar sprakeloos van, zo mooi.

Voor de terugreis besluit ik de tijd te nemen, met een slingerende route door een zonovergoten landschap. Bloeiende krentenstruiken lachen me toe tegen de achtergrond van ontluikend maar fragiel voorjaarsgroen. Steviger kleurende weilanden zijn al bevolkt met koeien: rood en zwart. Dat zijn momenten waarop je gelooft dat de aarde en de hemel niet van elkaar kunnen verschillen. Op de radio volg ik een gesprek over de Tweede wereldoorlog. Een man citeert uit het dagboek van zijn moeder en vertelt over zijn vader, die hij nooit heeft gekend: gefusilleerd kort voor zijn geboorte. Onderwerp is de sjaal die de verzetsheld droeg en waarin het kogelgat van het fatale nekschot zichtbaar is. 

"In mijn hoofd ontstaat een grijs getint evenwicht van twee werkelijkheden"

Ik rijd langs boerderijen met rode daken, herbouwd na de oorlog, omdat alles kapotgeschoten was, en passeer de plek waar verzetsheld Slagman woonde. In oktober 1944 werd hij opgepakt. Zijn boerderij, met schuilplaatsen voor tientallen onderduikers, werd ontmanteld en in brand gestoken. De man stierf in concentratiekamp Wöbbelin. Het hemelse landschap waarin ik me waande is opeens minder fraai nu deze verhalen mijn gedachten bepalen. In mijn hoofd ontstaat een grijs getint evenwicht van twee werkelijkheden.  

Ik neem de volgende bocht en sla linksaf. Op de laan waar deze morgen de rode zon mij recht in het gezicht toelachte is hij nu verscholen achter hoge bomen. Het is alsof de wrede werkelijkheid even geen warmte toelaat. Elk voorjaar in de aanloop naar mei overkomt me dat wel een keer: zo’n moment dat geen zonlicht kan verdragen. Ik kan het niet onderdrukken en leg me neer bij het besef dat er nooit een hemel op aarde zal bestaan.     

 

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.