Visie Ruimtelijke Economische Visie centrum Eerbeek op tafel

Visie Ruimtelijke Economische Visie centrum Eerbeek op tafel

Het bundelen van winkels in een kernwinkelgebied. Een uitgangspunt dat haar oorsprong kent uit de in 2009 vastgestelde structuurvisie voor Eerbeek, maar dat anno 2017 nog steeds actueel is. Om te komen tot een nieuw en gedragen bestemmingsplan voor Eerbeek, is een heldere visie op en onderbouwing van de ruimtelijke economische structuur noodzakelijk. Dit is vastgelegd in een Ruimtelijke Economische Visie voor het centrum van Eerbeek. “De ambitie die we hebben is een compact kernwinkelgebied binnen een afgebakend centrum. Naast een geclusterd winkelaanbod is er ook plaats voor meer kwalitatief sterke daghoreca. Dit uiteraard in een prettig verblijfsklimaat van dat centrum”, vat verantwoordelijk wethouder Luuk Tuiten het plan samen. 

De visie is niet uit de lucht komen vallen. Eind 2015 vond al een eerste startbijeenkomst met Eerbeekse ondernemers en belanghebbenden plaats. Het bureau Seinpost, dat de gemeente heeft ondersteund bij het opstellen van het plan, heeft ook een groot aantal ondernemers uit Eerbeek geïnterviewd. Het conceptplan is op 29 november vorig jaar wederom met ondernemers en andere belanghebbenden besproken. Vervolgens is een concept-visie ter inzage gelegd, waarbij iedereen nog de gelegenheid had een reactie op dit rapport te geven. Gedurende het gehele traject is er een begeleidingscommissie actief geweest, met daarin ook vertegenwoordigers van de ondernemersvereniging, ontwikkelende partijen en gemeente. Luuk Tuiten concludeert: “Er is een zorgvuldig traject doorlopen als resultaat een gedegen rapport met de alleszeggende titel “benutten van kansen in een compact winkelgebied”.  

Duidelijke ambitie
Belangrijkste doel van de Ruimtelijke Economische Visie voor het Eerbeekse centrum is het benutten van de kansen in Eerbeek en het ontwikkelen van een compacter kernwinkelgebied. Dit laatste wordt in het rapport omschreven als het haltermodel, waarbij het kernwinkelgebied zich concentreert tussen twee bronpunten, namelijk de Plus en Jumbo. De keus voor een compact centrum is nodig om te komen tot een toekomstbestendig en aantrekkelijk winkelgebied. De kern van de visie houdt in dat Eerbeek haar bijzondere verzorgingsfunctie moet zien uit te bouwen voor de eigen inwoners, inwoners van de omliggende regio én voor (de potentie aan) toeristen en recreanten. De keuzes die nu gemaakt worden in de Ruimtelijke Economische Visie worden verwerkt in de nieuwe bestemmingsplannen voor Eerbeek. De visie maakt daarmee onderdeel uit van het totale programma Ruimte voor Eerbeek.

Zienswijzen
In totaal heeft de gemeente 23 reacties op de conceptversie van de visie ontvangen. Deze hebben niet geleid tot een inhoudelijke aanpassing van de visie. Wethouder Tuiten legt uit waarom: “De reacties zijn voornamelijk afkomstig van ondernemers en pandeigenaren van het Oranje Nassauplein. Dit plein zal op basis van deze visie een verandering ondergaan waar consumentgerichte dienstverlening en woon- en zorgfuncties centraal staan. In de praktijk betekent dit dat de functie ‘detailhandel’ van het Oranje Nassauplein afgehaald wordt. Alle overige functies, inclusief functies met daaraan een ondergeschikte functie van detailhandel zijn en blijven gehandhaafd en de functies wonen en zorg worden toegevoegd”.  Hoe de verandering van dit plein in de praktijk wordt gebracht zal in samenspraak met betrokkenen worden uitgewerkt in een uitwerkingsplan. “De verandering van het plein zal niet van vandaag op morgen plaats vinden. Dat veranderingsproces zou best vijf, tien of misschien wel vijftien jaar in beslag kunnen nemen”, vult Tuiten aan.

De verwachting is dat de gemeenteraad de Ruimtelijke Economische Visie bespreekt tijdens het forum Ruimte in maart. Besluitvorming wordt verwacht in de besluitvormende raadsvergadering later in de maand. Als de Ruimtelijke Economische Visie is vastgesteld, dan is dit document een belangrijke bouwsteen bij verdere planvorming in Eerbeek. 

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.