Brief
Joop Hekkelman.

Brief

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Onlangs werd ik benaderd door een nichtje. Zij had in de nalatenschap van haar moeder een brief gevonden die ik haar bijna 50 jaar geleden schreef. Of ik er belangstelling voor had?

In 1973 verbleef ik een tijdlang in Canada en onderhield blijkbaar een briefwisseling met mijn familie. Het was mij ontschoten, wellicht omdat die vorm van contact in ons gezin geen gemeengoed was. Praten ging ons beter af. Verderop kende mijn familie overigens vele notoire brievenschrijvers. Ergens was er dus kennelijk toch een zaadje geplant. Het was bovendien de enige manier om contact te maken met het thuisfront. Er was nog geen social media en internet om directe lijntjes tot stand te brengen.

Wat is dat toch mooi; het geschreven sociale contact. Het is Oral History van de bovenste plank, een rechtstreekse weergave van wat de schrijver denkt en meemaakt. Dat is in deze tijd een stuk minder en vooral ook vluchtiger. Alleen al dat het fysiek te bewaren is, dat kennen we niet meer. Het is ook een verhaalvorm die langzaamaan weer terugkomt en terrein wint: het optekenen van de geschiedenis zoals de vertolker dat zelf ervaart en voelt. Rauwheid en pure beleving, geen gepolijste interpretaties die afleiden van de werkelijkheid of die mooier maken.

Op een vleesfarm met enkele duizenden stuks vee deed ik wat klussen en het personeel stond te applaudisseren toen ik met de trekker een wagen met draaistel 50 meter kaarsrecht achteruit reed. De bedrijfsleider vroeg advies over gras inkuilen, daar hadden ze geen ervaring mee maar ze wilden experimenteren. Je kon er snel naam maken. Ze vroegen me te blijven. De overweging speelde een tijdje door mijn hoofd, het kwam er niet van.

Ik heb mijn eigen herinneringen aan de periode aan gene zijde van de Oceaan en dankzij de brief die ik ooit aan mijn zus schreef las ik een stukje van mijn werkelijkheid van toen terug. Ook dat ik gezwollen ogen had van insectenbeten, nooit meer aan teruggedacht.

Wat ik niet teruglas, waarschijnlijk niet opgeschreven uit respect voor de mensen waar ik verbleef: de Hollandse enclaves waren bolwerken van conservatief jaren-vijftig-denken. Allemaal aardige mensen, maar het was niet mijn wereld. Met de teruggevonden brief in de hand doolden mijn gedachten desondanks toch even rond in de vraag: wat als? Zinloos denkwerk, want wat ik sindsdien hier meemaakte had ik niet willen missen.

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.