Een klein beetje mosterd

Een klein beetje mosterd

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Lunchtijd nadert z’n einde bij een tankstation langs de Deense snelweg. Twee Nederlandse vrouwen lopen hard pratend - bijna schreeuwend - het kleine winkeltje in. De gepensioneerde dames zijn typische Gerda’s die een groepsreis per bus maken. Één van hen heeft maar één doel: een broodje hotdog halen. 

Bij de kassa geeft ze haar bestelling door. Met euro’s betalen lukt niet: wat haar stress oplevert. Ze onderneemt een dappere poging om met de kaart van de Regiobank te betalen. Dat kondigt ze met veel woorden aan, in het Nederlands. De gids van de bus is haar klaarblijkelijk vergeten te vertellen dat ze Deens spreken in Denemarken.

De hotdog wordt gemaakt voor haar. De medewerker vraagt in het Engels of ze er saus op wil. “Een klein beetje mosterd”, klinkt schel door de tankshop. De man lijkt alleen het woord ‘mosterd’ te kunnen vertalen. Dus hij neemt de sausfles ter hand. De vrouw raakt wederom in blinde paniek. “Dat is veel te veel! Een klein beetje zei ik net”, roept ze nog harder. De man kijkt haar verschrikt aan en zet de fles weer neer. 

Samen met de andere reiziger wandelen ze door het aangelegde parkje achter de tankshop. Uit hun gesprek kan opgemaakt worden dat ze liever niet met mensen omgaan die drie hoog achter wonen. De medereiziger vertelt over kennissen die ook “goed geschoold en intellectueel zijn.” De ander neemt een hap van haar hotdog en knikt instemmend.

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.