Datalimiet
Hugo Trentelman.

Datalimiet

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

"Lekker geslapen schatje?", vraagt mijn vriendin. "Momentje!", antwoord ik en pak mijn telefoon om de slaapanalyseapp te openen. "Goed. Twee uurtjes diepe-, drieënhalf uur lichte- en ongeveer anderhalf uur REM-slaap", vervolg ik. Met een diepe zucht draait ze zich om. Niet helemaal het antwoord dat ze verwachtte. Sinds enkele weken heb ik een 'smartwatch'. Het apparaatje registreert alles. Mijn slaapritme, het aantal stappen dat ik zet, mijn hartslag, de zuurstofopname in mijn bloed, het aantal calorieën dat ik verbruik, mijn stressniveau en nog veel meer. Allemaal prachtig gepresenteerd in gelikte grafiekjes, tabellen en trendlijnen. Fantastisch! Zeker voor een controlefreak en cijferfetisjist zoals ik. Meer informatie betekent immers meer controle. En dat is wel zo prettig. Toch?

Nog een paar nachtjes slapen en dan is het zover. Dan hebben we in Nederland een 'corona-dashboard'. Eindelijk beschikken we dan over het instrumentarium om ons veilig door deze crisis te loodsen. Minister Hugo de Jonge vergeleek het met het dashboard in een auto. In plaats van sturen op de achteruitkijkspiegel hebben we straks het dashboard om ons door het verkeer te leiden. Een geruststellende gedachte. Of niet?   

"Het zal mij verbazen als hij over dertig jaar nog iets (inhoudelijks) weet van deze spreekbeurt"

"Vandaag ga ik iets vertellen over ons Zonnestelsel" Met die woorden begon ik ooit mijn eerste spreekbeurt op de lagere school. Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunes en (toen nog) Pluto. Dat zijn de planeten in ons Zonnestelsel op volgorde van de afstand tot de Zon. Feitjes die ik mij tot op de dag van vandaag herinner. Mijn zoontje is nu bezig met zíjn eerste spreekbeurt. Het gaat over Ajax. Het zal mij verbazen als hij over dertig jaar nog iets (inhoudelijks) weet van deze spreekbeurt. Het verschil tussen hem en mij? Tussen toen en nu? Vroeger was informatie schaars; het bij elkaar verzamelen ervan kostte moeite. Toen ik mijn spreekbeurt voorbereidde moest ik naar de bibliotheek, zoeken in encyclopedieën, de belangrijkste informatie overschrijven, plaatjes knippen, enzoverder. Mijn zoontje neemt plaats achter de laptop, googelt wat informatie bij elkaar, knipt en plakt in PowerPoint en klaar. Het resultaat: een prima spreekbeurt. Maar 'weet' hij nu meer over Ajax? Is zijn kennis toegenomen? Ik betwijfel het. Kennis ontstaat door een combinatie van informatie én inspanning. Door actief informatie tot je te nemen, erover na te denken, het te gebruiken, aan te passen en te onthouden.

Tweeëneenhalf triljoen (een 1 met 18 nullen) bytes per dag. Zoveel informatie verzamelen we wereldwijd per dag. Dat is gigantisch. Onvoorstelbaar bijna. En de hoeveelheid data groeit exponentieel. Ter illustratie: van alle data die op dit moment is opgeslagen, is negentig procent ontstaan in de laatste twee jaar. Zoveel data kunnen we onmogelijk actief tot ons nemen. Computeralgoritmen helpen ons deze data te sorteren, verwerken en te presenteren. Dankzij het internet is deze informatie altijd en overal beschikbaar. Zo weet ik binnen enkele seconden wie de topscoorder allertijden van Ajax is en wat de afstand van de Aarde tot de Zon is? Ik 'weet' daardoor nu meer over Ajax en het Zonnestelsel. Toch? Maar, in feite 'weet' ik dan dus alles over Ajax en het Zonnestelsel. Alle informatie is immers altijd, direct en zonder moeite beschikbaar. En dat leidt tot verwarring. Informatie en kennis lijken tegenwoordig synoniem, maar zijn dat zeker niet.  

Met een bonzend gevoel in mijn hoofd leg ik mijn telefoon op het nachtkastje en draai mij om richting mijn vriendin. "Dacht dat je zo goed geslapen had", zegt mijn vriendin sarcastisch. "Dat laatste wijntje had ik toch beter kunnen overslaan", antwoord ik en val weer in slaap. Wat zegt die slaapanalyseapp nu echt over mijn nachtrust? En wat zeggen de metertjes op het dashboard ons straks over het virus? Geeft het daadwerkelijk meer grip op de situatie of brengt het slechts een schijngevoel van controle?  De "rijbereik-indicator” op uw dashboard geeft aan hoe ver u nog kunt rijden. Dat is handig. Echter, voor het vervolg is het essentieel dat u 'wéét' waarin u rijdt. Een benzine, diesel of elektrische auto.

P.S. Piet van Reenen en 149.597.871 miljoen kilometer. De topscoorder allertijden van Ajax en de afstand van onze Aarde tot de Zon. Mocht u het willen weten.

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.