Gedaanteverwisseling
Hugo Trentelman.

Gedaanteverwisseling

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

“Liefde” staat al jaren op nummer één. “Desalniettemin” en “vrijen” volgen op de voet. De verkiezing van het mooiste Nederlandstalige woord. Ik stem al jaren voor “kafkaësk”. Het bekt lekker, heeft een niet alledaagse eindklank en is een eerbetoon aan één van de grootste schrijvers uit de geschiedenis. Desalniettemin gaat het nooit winnen. De betekenis geeft een nare bijsmaak. Bij liefde denk je aan genegenheid; aan een fijn gevoel. Kafkaësk geeft een minder prettig gevoel. Het doet denken aan een kille over-geperfectioneerde, bijna onmenselijke, samenleving uit de boeken van Franz Kafka. Desalniettemin; een bijwoord. Het klinkt mooi maar zonder verdere betekenis. Een goede nummer twee. Kafkaësk is vanwege zijn betekenis gedoemd te verliezen.

Mijn zoontje heeft een konijn. Flappie! Het hok staat op zijn kamer. Laatst stond het deurtje open. Ik waarschuwde hem dat het beestje dan kan ontsnappen. 'Nee hoor pap, het hok staat wel vaker open. Flappie loopt niet weg. Hij wil nooit uit zijn hok'. Best treurig eigenlijk. Flappie heeft zijn natuurlijke drang naar vrijheid ingeruild voor veiligheid en voorspelbaarheid. Wij mensen doen eigenlijk hetzelfde. Iedere vorm van onvoorspelbaarheid proberen we te vangen in procedures en protocollen. Dat geeft een veilig gevoel. Je weet altijd waar je aan toe bent, hoe te reageren, wie te bellen of wanneer je baas erbij te halen. Het staat allemaal in het protocol. Persoonlijke verantwoordelijkheid wordt afgewend op protocollen. Al die regeltjes geven ons een gevoel van controle en veiligheid. Daarom accepteren we het niet alleen, maar eisen we er meer en meer van. Flappie, die blijft rustig zitten in zijn hok. Wij creëren, zonder erbij stil te staan, ons eigen hok.

Zo ook met het persoonsgebonden budget; kortweg PGB. In 1996 geïntroduceerd als een manier om zelf je zorg in te kopen en te organiseren. Het moest dienen als tegenhanger van zorg in natura. Had je hulp nodig met je steunkousen, dan kon je vanaf nu zelf iemand in dienst nemen. Je werd feitelijk werkgever. Niet langer afhankelijk van logge en bureaucratische zorginstellingen; dat was het idee. En het werkte! Cliënten waren blij met betere zorg en voor de overheid was het goedkoper dan zorg in natura. Een succesverhaal dus. Helaas hebben succesverhalen, zoals wel vaker, ook een keerzijde. Meer en meer mensen kozen voor een PGB. De toegang was relatief makkelijk. Zorgtaken die eerder gratis werden verricht door buurvrouw, tante of zoon werden ineens betaalde diensten. Mantelzorg werd betaalde zorg. De zorgkosten (zowel PGB als zorg in natura) liepen ieder jaar verder op; de overheidsinkomsten al jaren terug door de kredietcrisis. 

Er moest iets gebeuren. Het PGB was de gebeten hond. Voor politici een makkelijk doelwit. Het klinkt immers veel sympathieker miljarden te bezuinigen op het PGB dan op verpleegsters en begeleiders. In feite komt het natuurlijk op hetzelfde neer. Wat volgde was een ware hetze. Fraudegevallen werden breed uitgemeten in de media. Misbruik leek de maatstaf onder PGB-houders. Binnen weken was het PGB getransformeerd van succesverhaal tot nationale paria. Waar enkele simpele ingrepen hadden volstaan ging het oude systeem volledig op zijn kop. Nieuwe procedures, richtlijnen, protocollen en regels werden ingesteld. Het eens zo succesvolle PGB, omgetoverd tot een bureaucratisch monster. 

"Vorige maand liep de ambtelijke molen vast"

'Ik word gillend gek', snikte Jolanda. 'Het lijkt wel of ik ben veroordeeld zonder te weten waarvoor' vervolgde ze geërgerd. Haar zoon woont in onze woongroep. Hij is autistisch en verstandelijk beperkt. Zelfstandig wonen kan hij niet. Om dit te betalen heeft hij een PGB. Zijn moeder beheert dit voor hem. Vorige maand liep de ambtelijke molen vast. De maandelijkse betaling stopte ineens.  'Ik help je wel even' antwoordde ik. Dat 'even' bleek op zijn zachts gezegd misplaatst. Het was het begin van een vervreemdende tocht door ambtelijk Nederland. Tegenwoordig bemoeien meerdere instanties zich met de vaststelling, uitbetaling en controle van de zorgbudgetten. De één nog onpersoonlijker dan de ander. Gaat er iets mis, dan ben je overgeleverd aan hersenloze callcenter miepen. Niemand weet iets en iedereen verschuilt zich achter het systeem. Hallo, kunt u mij helpen; de betalingen zijn gestopt en ik weet niet waarom? 'Ik zie inderdaad dat het systeem een foutmelding geeft'. Wat zegt het systeem dan? 'Hij geeft een fout bij de tarieven'.

Maar dat is al bijna een jaar hetzelfde maandtarief. Het ging al die tijd goed. Wat is er veranderd? 'Ik weet het ook niet meneer. Dit is wat het systeem zegt'. Maar wat betekent dat? Wat moeten we doen? 'Dat weet ik niet meneer. Misschien staat het in de brief'. Nee, anders had ik niet gebeld. 'U moet niet boos worden, ik kan er ook niks aan doen'. Zo ging het nog een tiental telefoongesprekken verder. U begrijpt de frustratie bij mij en Jolanda.

Uiteindelijk is er een buitendienstmedewerker op bezoek geweest. In een persoonlijk gesprek was het wederzijdse wantrouwen snel verdwenen. De menselijke maat leek even terug. We hebben een kleine aanpassing, nota bene in ons voordeel, moeten doen in de tariefsopbouw. Nu past het binnen het protocol. En ik moet eerlijk zeggen: dat geeft toch een lekker gevoel. Nooit meer gedoe. Alles lekker duidelijk en voorspelbaar. Een wereld beschut tegen alle onzekerheden. Heerlijk toch? Dan neem je een extra regeltje of protocolletje graag op de koop toe. Onze wereld lijkt daardoor meer en meer op die van Franz Kafka. Niet langer voelt die wereld beklemmend en vervreemdend maar juist veilig en voorspelbaar. Ik zie de kansen van mijn inzending stijgen. Kafkaësk het mooiste woord van Nederland. 

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.