Erkenning
Joop Hekkelman.

Erkenning

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

11 Oktober 2018 zal een gedenkwaardige datum blijven voor streektaalminnend Oost-Nederland. Het is de dag waarop het Nedersaksisch een officiële taal werd. De Minister van Binnenlandse Zaken zette de handtekening onder een convenant waarmee onze moedertaal een serieuze status krijgt. In de landelijke media was er veel aandacht voor. Iedereen wilde opeens schrijven over streektaal en de landelijke radiozenders zaten vol met gasten die daarover hun zegje wilden doen. 

Het is te hopen dat de aandacht voor de streektalen blijvend is. Onze dialecten herbergen een rijke woordenschat. Het is de moeite waard om die taal in ere te houden. Het Nedersaksisch is ouder dan het Algemeen Nederlands en er zijn nog altijd ruim twee miljoen landgenoten die dagelijks één van de varianten ervan spreken. Een halve eeuw geleden begon de verwaarlozing van de moederspraak.  Die jarenlang als minderwaardig werd beschouwd door docenten en ouders. Uit die hoek zijn nu spijtbetuigingen te horen. 

"Ik proef in dergelijke uitspraken conservatisme en een sterk verlangen naar het verleden"

De invloeden van buiten, vreemde talen en vermenging met het Nederlands deden de rest van het destructieve werk. Dat zijn ontwikkelingen die niet te stoppen zijn. Er zullen nieuwe taalvarianten ontstaan, zo gaat dat met een taal die leeft, dus ook met een dialect. Om die reden stoor ik mij aan de geluiden van sommige (streek)taal ambassadeurs. De voorman van de Achterhoekse muziekgroep Boh Foi Toch zegt dat alle dialectsprekers inmiddels dood zijn. Dat is volstrekte onzin en onbegrijpelijk van iemand die door de streektaal een grote meneer is geworden, zelf nieuwe woorden heeft toegevoegd en volle zalen trekt.

Ik proef in dergelijke uitspraken conservatisme en een sterk verlangen naar het verleden. Taaladviseur Wim Daniëls heeft het in zijn spreekbeurten over verschillen in woordgebruik ten opzichte van honderd jaar geleden, om teloorgang van dialecten te duiden. Mijn hemel! Welke taal verandert niet? Wie alles bij het oude wil houden en klaagt over wat verdwenen is slaat zelf de zoveelste nagel aan de doodskist van de streektalen. 

Der bunt völle lu dee-t dagelijks plat praot en zich positief inzet veur ‘t behold van de streektaal. Waorumme zol dat gek waen? In ‘t dagelijkse laeven heure wiej de vremste praoterieje um ons hen. Butenlandse talen, stadse randstadialecten en straottaal mot allemaole as normaal accepteert wodden. De taal van de eigen streek zol dan neet meer passsen? Kom toch! Raeden genog um wat standvastiger te wodden met ons eigen platpraoterieje.

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.