Generatiekloof

Generatiekloof

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Vrienden uit Vorden vroegen of we meegingen naar het wintercircus van Arlette Hanson in Zutphen. Voor jong en oud (4+). Ik had mijn bedenkingen, moet ik eerlijk bekennen. Visioenen van zielige olifanten die in een piste vol zaagsel met zwepen opgejaagd worden om op een te klein blokje te gaan balanceren. Mijn vrouw begon over koude, winderige tenten en enge clowns. Leuk misschien in de Middeleeuwen, bij gebrek aan ander vermaak. Maar in de 21e eeuw?  

We gingen mee. Het was per slot van rekening Kerstvakantie en zo vaak gaan we nu ook weer niet naar voorstellingen samen met de twee dochters (8 en 10). Het hielp ook dat het optreden gewoon in een theaterzaal was, in de Hanzehof. En dat we onze vrienden uit Vorden dan weer eens zouden zien. 

"Zes gedresseerde teckeltjes onder leiding van een Russische dame maakten de droefenis groter"

Ik moet toegeven, het viel aanvankelijk mee. Het begin had niet misstaan in een moderne dansvoorstelling. Een Duitse jongen draaide rondjes over het podium in een manshoge hoepel, als een vleesgeworden Vitruviusman van Leonardo da Vinci. Ik kreeg het warm toen een Zwitsers meisje in rood jurkje metershoog heen en weer zwierde met slechts één arm aan een trapeze. Ongezekerd. Live weet je nooit hoe dat afloopt. Zo’n nekje is snel gebroken als je verkeerd terecht komt, aldus de Vordense vriend. 

Vanaf de pauze voelde ik steeds meer ongemak. Een geblondeerde Italiaanse joeg twee geiten over smalle balken en door een te klein hoepeltje. Mag dat nog in 2018, was mijn eerste reflex? Je kunt ze moeilijk wilde dieren noemen, maar zo’n geit loopt toch vast liever ergens in de wei. 

Zes gedresseerde teckeltjes onder leiding van een Russische dame maakten de droefenis groter. Net als de pensioengerechtigde messenwerper wiens vrouwelijke slachtoffer oprecht bang leek, ondanks dat hij het bord waar ze voor stond bijna kon aanraken. En dan heb ik nog niet eens gehad over de als ober vermomde clowns. De ene sloeg de ander steeds per ongeluk een dienblad in het gezicht, terwijl het de ander steeds maar niet lukte om een tafelkleed over een tafeltje te draperen. Slapstick anno 1900. Waarom zat dit er allemaal in ’s hemelsnaam in?

Onze kinderen gaven het antwoord, in de auto terug naar huis. Want wat vonden zij het leukst? Niet de Vitruviusman, maar de grappige geitjes en teckels. Zielig? “Wat zou er zielig moeten zijn, ze kregen toch juist steeds snoepjes?” Bij de messenwerper hadden ze op het puntje van de stoel gezeten. En de clowns waren “geniaal, zo dom”. 

Bij het geven van onderwijs heb ik geleerd: sluit aan bij de belevingswereld van je publiek. Dat heeft Arlette Hanson goed door. Niet voor niets trekt haar circus al 39 jaar volle zalen. De enthousiaste kinderen van vandaag zijn de betalende volwassenen van morgen. 

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.