Terug naar de jaarwisselingen van vroeger: 'Van oorlog naar haast serene rust'

Terug naar de jaarwisselingen van vroeger: 'Van oorlog naar haast serene rust'

Vroeger was alles beter? Het is maar vanuit welk standpunt je het bekijkt. Neem de jaarwisselingen in Lochem tussen de vroege jaren ’70 en begin 90’er jaren van de vorige eeuw. Het was toen regelrecht oorlog op de Nieuwstad en de schade voor de gemeente, winkeliers en particulieren was vaak immens. LochemsNieuws zocht en vond herinneringen van betrokken.

Deze longread bevat ruim 2400 woorden. De leesduur is ongeveer 20 minuten.

Oud-politieman en -rechercheur Henk Harmsen kan het zich nog goed herinneren dat hij in 1974 van zijn post in Brabant naar Lochem verhuisde. "Ik hoorde het meteen van de collega’s hier: de jaarwisseling in Lochem moest verschrikkelijk zijn. Een ware veldslag tussen de politie en jongeren.” Toch kan ook Harmsen er achteraf meest met een glimlach over vertellen, al geldt dat niet voor alles wat hij meemaakte.

Kat en muis

Het was een kat-en-muisspel dat al weken voor de jaarwisseling begon. Henk Harmsen zegt: "Tijdens onze rondes keken we uit naar verdekt opgestelde oude auto’s. Jongeren haalden een auto van de sloop enn stalden die ergens om deze tijdens de jaarwisseling op de Nieuwstad in de fik te steken. Als we een verdachte auto aantroffen belden we in de buurt bij mensen aan met de vraag: ‘Is die auto van u?’. Zo niet, dat was-ie van ons. Zo ging het wrak vaak terug naar de sloper waar het ook vandaan was gekomen.”

Autobrand

Desondanks ging gedurende een aantal jaren altijd wel auto in de fik. Een van de jongeren van destijds herinnert zich: "De eerste keer hadden we een auto midden op de kruising van de Nieuwstad en Barchemseweg staan. We gooiden er vuurwerk in maar branden wilde het niet. Een bekende kwam naast mij staan en vroeg: ‘Wil niet best branden hè?’ Om vervolgens mijn tas te vragen en even later terug te keren met een fles benzine.”

"Lang duurde de pret niet, want de brandweerkazerne stond om de hoek en het brandje was snel geblust"
Anoniem

"Zelfs toen fikte het niet echt, ondanks alle vuurwerk dat erin werd gegooid. Er moest een lucifer aan te pas komen om het vuur aan de gang te krijgen. Lang duurde de pret niet, want de brandweerkazerne stond om de hoek en het brandje was snel geblust”, zo luidt het verhaal. De Lochemer – die inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd nadert – zegt dat een goede fik erbij hoorde. Hij distantieert zich met terugwerkende kracht overigens wel van zaken die echt schade aanrichtten, zoals een auto die in de gracht verdween. En dat was geen afdankertje.

ME-peloton

Nog voor de komst van Henk Harmsen naar Lochem was het al vaak hommeles in de kleine landstad. Begin jaren ’70 kwam er zelfs een peloton ME aan te pas om de Nieuwstad schoon te vegen. Volgens Harmsen was dat overigens gebaseerd op toeval: "Die ME-ploeg was toch in de buurt en ze zouden wel even komen helpen.”

In latere jaren voerde de Lochemse politie met eigen mensen ook wel eens charges uit op de Nieuwstad. "We waren met best veel mensen want tijdens de jaarwisseling waren alle verloven ingetrokken. Dan vormden we een cordon en veegden de straat schoon. En wie zich in een portiek dacht te kunnen verschuilen kreeg extra klappen.”

Fiat 127

Harmsen weet nog dat hij en zijn collega’s iemand op het oog hadden die wel vaker voor problemen zorgde. "Die wilde we graag oppakken. Dat lukte ons ook nog, maar toen begonnen de problemen pas. Het was een enorm grote kerel en wij reden toen nog in zo’n kleine Fiat 127, een waardeloze auto! Het was een 2-deurs-auto maar we wisten die reus toch achterin te frommelen. Toen we bij het bureau aankwamen bleek dat de arrestant zo tekeer was gegaan dat de hele voorstoel van de auto was verbogen.”

Lees verder onder de foto...

Een politieauto van het type Fiat 127.

Onopvallende politieauto

Over auto’s gesproken: Rond oud & nieuw ruilde de politie de eigen onopvallende auto’s altijd met die van de collega’s in Borculo. "Die van ons waren te bekend om nog echt onopvallend te zijn”, zegt Harmsen. "Op een gegeven moment parkeerde ik zo’n Borculose auto in Lochem. Toen ik terug kwam lag de voorruit er compleet uit. Vermoedelijk heeft iemand mij zien uitstappen en toen was de auto dus aan de beurt. Enorm balen was dat.”

Wat Henk Harmsen betreft kwam de kentering toen onverlaten met ijzeren staven met een strijker erin knikkers gingen afschieten. Een van die knikkers ging dwars door de gepantserde ruit van de ABN-Amro bank op de Nieuwstad, op de plek waar nu uitzendbureau Match 4 You zit. "Dat was levensgevaarlijk. Het was een regelrecht vuurwapen waar ze toen mee rond liepen.” Toen wist de politie dat het tijd werd om op zoek te gaan naar alternatieven voor de confrontaties op de Nieuwstad. Daaronder hieronder meer.

Pijp

De al genoemde jongere van destijds had zelf zo’n metalen pijp gemaakt, met de onderkant dicht gelast. "Ik deed dit met als doel om al lopend kanonslagen ‘vanuit de hand’ te kunnen afschieten. Ik deed er geen voorwerpen in. Iemand vroeg mij om ook zo’n ding voor hem te maken en dat deed ik. Later bleek dat hij er strijkers en knikkers in deed. Inderdaad levensgevaarlijk en verre van ludiek.” Er moeten meer van dergelijke dingen in omloop zijn geweest.

Henk Harmsen herinnert zich een komisch voorval. "Op een gegeven moment vonden veel jongeren het nodig om hun gezicht – op de ogen na – te bedekken met een muts en een sjaal. Dat deed ook een knaap die bij de politie niet bepaald bekend stond als een lieverdje. Ik herkende hem ondanks de vermomming. Ik was in burger en ging naast hem staan en vroeg: ‘Heb je ‘t zo koud jongen?’ Ik zag die ogen groter worden van verbazing en toen wikkelde hij de sjaal af en zei alleen: ‘Ach ja.’

Een oproep leverde veel reacties op. Ook van mensen die destijds op de Nieuwstad woonden. Iemand schrijft: ‘Dat was vreselijk, oud en nieuw op de Nieuwstad. Wij woonden daar en elk jaar was het weer ‘oorlog’ voor ons huis en onze winkel.’

Kluisbewaker

Een andere voormalige bewoonster van de Nieuwsstad vertelt dat haar vader tijdens de jaarwisseling in het pand van de bank achter de balie verscholen zat om de kluis te beschermen. Dat was in de nacht waarop de al genoemde knikker door de dikke ruit ging. Die ruim bleef overigens heel, maar had wel een gat ter grootte van een knikker en een ster. "Een vriendin en ik hebben de daders over de Nieuwstad zien lopen. We dachten dat ze pistolen in hun hand hadden.”

Weer iemand anders woonde als kind vlakbij de Nieuwstad en mocht aan de hand van haar vader vanaf de Smeestraat even kijken. "Dat was heel gaaf en spannend. Ik weet nog dat hele grote stoere jongens, sommige met lange haren, kerstbomen gingen overgooien op de Nieuwstad. En dan de Chinees, die had heel veel vuurwerk.” Ze zegt dat ze nooit te dichtbij kwamen zodat ze snel weer naar huis konden vluchten als het te erg werd.

Disco-actie

Lochemer Jan Hagens was altijd van de partij met oud & nieuw. In 1990 zette hij in de nieuwjaarsnacht een actie op touw voor een nieuwe discotheek. De vorige – de Cornerclub aan de Blauwe Torenstraat – was een paar jaar eerder afgebrand. "De politiek had de mond vol over dat er iets nieuws voor Lochemse jongeren moest komen maar er gebeurde helemaal niets.”

Lees verder onder de foto...

Krantenknipsel van 2 januari 1990.

Gewapend met een spandoek met de tekst ‘Waar blijft onze disco?’ trok een groep van wel een paar honderd jongeren van de Nieuwstad richting de woning van burgemeester Edith van Duijn. Zij woonde op de hoek van de Barchemseweg en de Frankenlaan. "Daar was binnen alles donker en er stond veel politie in de tuin”, aldus Jan Hagens. "In de krant stond op 2 januari dat we een gesprek met de burgemeester hadden gehad, maar dat was dus helemaal niet zo.”

Kerstbomen

Hij herinnert zich verder dat hij met een groep vrienden na Kerst begon met het verstoppen van kerstbomen op plekken rond de Nieuwstad. "In schuurtjes en in tuinen van bekenden. We zorgden dat we een voorraadje hadden en die gingen dan kort na de jaarwisseling in de hens. "Een vreugdevuur hoort erbij”, zo zegt hij. Jan Hagens zou later overigens als vrijwilliger gaan meewerken aan het feest dat op het Graafschap terrein werd gehouden.

Voordat dit feest van de grond kwam, was er een overgangsjaar. Henk Harmsen: "We stortten een vrachtwagen vol zand in de bocht van de Nieuwstad en staken daar al voor middernacht zelf een flink vreugdevuur aan. Iedereen ging toen rond dat vuur staan en dat zorgde al voor een veel betere sfeer. Pas een jaar later zijn we naar het Graafschapterrein verkast en toen tolereerden we op de Nieuwstad niets meer.” 

Brood en spelen

Herman Wentink, eveneens een bekende oud-politieman in Lochem, was samen met Henk Harmsen en andere collega’s grondlegger van wat je ‘de omwenteling’ zou kunnen noemen. Volgens hem was het aloude Romeinse credo ‘geef het volk brood en spelen’ daarbij de leidraad. Wentink was zo’n 20 jaar wachtmeester der Rijkspolitie en tevens de eerste hondengeleider in Lochem. Zeker in die laatste hoedanigheid dwong hij respect af.

Wentink is best trost op hoe de jaarwisselingen begin jaren ’90 veranderde. "Het idee was om het anders te gaan doen. Geen ME of extra politie meer maar een feest waarbij politie en jeugd elkaar de hand gaven in plaats van te vechten. Van duizenden guldens schade en een grimmige sfeer naar nagenoeg geen schade en een mooi feest.”

Baanbrekend

"Wat we toen als gemeente, politie en vrijwilligers hebben gedaan was baanbrekend en het veranderde een generatie. Hierdoor kon heel Lochem weer leuk oud & nieuw vieren, waaronder mijn eigen dochters”, aldus Herman Wentink.

Daarvoor was ook hij vaak in touw tijdens de tumultueuze confrontaties op de Nieuwstad. "Ja, ik herinner mij het wegslepen van een brandend bankstel door middel van een touw aan een politieauto, de stalen knikkers die door ruiten gingen en onze speurtocht naar potentiële autowrakken die in de fik gestoken konden worden.”

Inval

Een bijzonder voorval was de politie-inval bij een plaatselijke brandweerman die zwaar vuurwerk in huis had en verhandelde. Maar niet alleen de politie werkte hard, weet Wentink: "Aan de ‘andere kant’ werd net zo hard gewerkt. Er werden in het geheim voorbereidingen getroffen, plannen gesmeed om ons te slim af te zijn en ook wéér het kanon stiekem weg te halen. Op zich grappig, ware het niet dat het menigmaal leidde tot grimmige confrontaties, schade en zelfs gewonden.”

Politie- en brandweermensen werden zwaar bekogeld tijdens hun werk. "Wij droegen extra veiligheidsbrillen en brandwerende onderkleding”, aldus Herman Wentink. "Dat was heel anders dan toen er op ons initiatief een feest werd georganiseerd. Een muziekband op het podium – die tijdens de eerste editie erg moest afzien door de kou – en een legale brandstapel waar de gemeente via de firma Hoftijzer een flinke ondergrond van schoon zand voor verzorgde. Er waren koek & zopie van scouting en vuurtonnen.

Bevroren bierleiding

Henk Harmsen weet ook nog goed dat die eerste keer eigenlijk een groot succes was, maar zonder problemen ging het toch niet helemaal. "Het was toen enorm koud. De bierleidingen bevroren waar je bij stond. We moesten met branders in de weer om ze te ontdooien.” Voor de Aldi, die toen op de plek van de huidige Lidl zat, verzorgde de firma Nijland een vuurwerkshow. Volgens Harmsen vlogen de vuurpijlen alle kanten op, behalve omhoog. "Bennie Nijland stond te springen om zijn eigen pijlen te ontwijken”, zegt hij lachend.

Het was voor de politie overigens een enorm werk om het feest van de grond te krijgen. "Albert Heijn en de toenmalige supermarkt De Boer vreesden schade en dus moesten we een enorm hekwerk om het terrein plaatsen”, aldus Harmsen. Het feest werd overigens betaald door de gemeente en de ondernemersvereniging. Verschillende verenigingen leverden vrijwilligers. Later werd er ook een feesttent geplaatst zodat een deel van het publiek onder dak was. De plaatselijke Jan Ottink Band trad toen een paar jaar achtereen ‘s middags al op.

Bewaking

De brandstapel, waarvoor de politie pallets vroeg bij bedrijven, ging niet al ver voor de jaarwisseling in de fik want een van de meest notoire raddraaiers was verantwoordelijk gemaakt voor de bewaking. Compleet met hesje en politieportofoon. "Niemand kreeg de kans om de brand erin te steken want zo fanatiek als hij was in eerdere oudejaarsnachten, zo gedreven bewaakte hij nu ‘t vuur”, zegt Herman Wentink.

Hij spreekt overigens de hoop uit dat dit artikel geen aanleiding zal zijn om de oude draad weer op te pakken. Als we afgaan op een reactie op Facebook, van iemand van het Jongerencentrum Lochem, gaat dat niet gebeuren. Hij schrijft: ‘De jeugd van tegenwoordig doet het stukken beter dan de (over jongeren klagende) ouderen.’

Het feest op het Graafschapterrein bleek een schot in de roos maar de belangstelling liep na een aantal jaren toch langzaam terug. Henk Harmsen vermoedt dat dit onder meer te maken had met het feit dat de horeca steeds vaker (besloten) feesten ging houden. Het doel was bereikt en dus stopte het feest.

Schade

Overigens ging het tijdens één jaarwisseling alsnog mis. Toen waaierde een groep jongeren vanaf het Graafschapterrein uit over de binnenstad, waar veel schade werd aangericht. Maar daarna bleven en blijven de kosten van vuurwerkschade en vandalisme voor de gemeente Lochem binnen de perken. Het is altijd teveel, maar de excessen van weleer zijn historie.

Naast de al genoemde gevaarlijke projectielen waren er meer uitwassen die de Lochemse jaarwisseling berucht maakten. De auto in de gracht is al genoemd. Gewonden vielen er ook af en toe. Meest lichte (brand)wonden maar er werd ook ooit iemand op het hoofd getroffen door een beugelfles van Grolsch. Die persoon liep een schedelbreuk op.

Schaftkeet

Op de vroege nieuwjaarsnacht van 1979 ging op de Zuiderwal een schaft- en gereedschapskeet van een aannemer in de fik. Er bleken acetyleen-gasflessen in te staan. Brandweerlieden lagen plat op de grond in de sneeuw tijdens het blussen (zie foto hieronder), uit angst voor een explosie. Die bleef overigens uit. De gasflessen werden, toen het vuur was gedoofd, in de gracht gelegd om af te koelen. Van dit voorval ontving de redactie foto’s uit de collectie van de familie Van Zuilekom.

Kanon

Het kanon dat aan de Oosterwal staat ging vroeger steevast het talud af om midden op de Graaf Ottoweg tot stilstand te komen. Toen de gemeente dat zat was, werd het gevaarte telkens met oud & nieuw weggehaald. Weer later werd er een betonnen sokkel geplaatst waar het kanon aan vast werd gemaakt.

Dat vormde weer een nieuwe uitdaging. Vanuit jongerencentrum Ungha werden al ruimschoots voor de jaarwisseling elk weekend vrijwilligers ‘aangewezen’ die met een ijzerzaag letterlijk aan de poten van het kanon gingen zagen. Tot grote verbazing van gemeente en politie stond het kanon in de nieuwjaarsnacht weer ‘gewoon’ een verdieping lager.

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.