LOCHEM - Darten is een sport waar je niet zoveel over hoort. Het is meer dan een paar pijltjes gooien in de kroeg. Sterker nog, bij de Lochemse paradarter Matthijs Wissink gaat er tijdens een toernooi géén druppel in. “Ik wil helder blijven en goed zijn in het spel”, legt hij uit. Het is een serieuze sport waar je elke dag hard voor moet trainen. Paradarts is er speciaal voor mensen met een handicap. Wissink doet er alles aan om in de top te komen.

“Van mezelf moest ik op een sport”, vertelt Wissink. Voetbal vond hij niks. Hij zag op tv een dartstoernooi. Dat trok hem aan en zo is het balletje gaan rollen. Inmiddels heeft hij sponsoren en doet hij goed mee in de dartswereld. In het toernooi van 2018-2019 was hij 4e van Nederland bij de mindervaliden en 17e van de wereld. Wissink mocht in 2020 meedoen met het wereldkampioenschap. Dit was het eerste WK in nieuwe vorm voor paradarts. “Ik ben trots dat ik bij het eerste groepje deelnemers zat die meededen aan het WK Paradarts.”

Jesse Sprikkelman sprak met Matthijs Wissink. Lees verder onder de podcast...

Sporten met een beperking

Als je een beperking hebt is het niet altijd makkelijk om mee te draaien in de sportwereld. Wissink heeft eerst 17 jaar gedart in het reguliere circuit en daar kon hij goed meekomen. Zo af en toe pakt hij nu nog wel eens een regulier toernooitje mee. Er zijn verschillen tussen regulier darts en paradarts. Bij paradarts hebben ze twee dartborden hangen. Diegene die in een rolstoel zitten mogen op het lage bord spelen of er voor kiezen om het hoge bord te pakken. Staande darters mogen alleen het hoge bord pakken. Verder zijn er geen verschillen. Alleen duurt het paradarts wat langer omdat de mindervalide deelnemers vaak meer tijd nodig hebben om zich te installeren en om plaatst te maken voor de volgende speler.

Vol enthousiasme verteld Wissink dat zijn bekerkast goed gevuld is. In zijn jeugd heeft hij veel prijzen binnengesleept. Na zijn jeugd is hij er een paar jaar er tussenuit geweest. Hij vond het lastig om bij de senioren te spelen omdat hij vaak verloor en dat was hij niet gewend. Hij had geen plezier meer in het darten.

Maar toen kwam paradarts op zijn pad. Eerst twijfelde hij of hij hier wel aan mee wilde doen. Nadat hij zich had verdiept in paradarts heeft hij toch maar de stap gewaagd. Met zijn eerste toernooi zat hij bij de laatste acht en dacht: “Paradarts en Matthijs is toch een hele goede combinatie.” De groep paradarts waar hij in speelt voelt als een warm bad.

Geen Lochems dartsteam

In de regio heb je dartsvereniging Stedendriehoek, die zich concentreert op Zutphen, Apeldoorn en Deventer. Lochem valt daar net buiten, waardoor Wissink moet uitwijken naar Twello. Hij speelt daar in de 4e divisie en heeft het daar erg naar zijn zin. Eerder was er wel een club in Lochem, maar die ging ter ziele. Even dacht Wissink eraan om zelf een Lochems team op te zetten, maar daar kwam toch teveel bij kijken. “Daar zat ik niet op te wachten”, vertelt hij. 

Het grote geld valt er helaas nog niet mee te verdienen voor Wissink. Als je 1e wordt bij het WK dan verdien je ongeveer duizend euro. Het is een amateursport, voor het grote geld moet je prof worden. Wissink doet het dan ook niet voor het geld. Hij vindt het darten erg leuk en heeft daar veel plezier in. “Dat is het belangrijkste! Dan worden de prestaties ook steeds beter.” Wissink traint gemiddeld zo’n twee uur per dag. “Als je de ‘best-of-five’ moet spelen dan ben ik aan het einde van de wedstrijd best wel moe.” Voor darten heb je een goede mentale conditie nodig, heel snel kunnen rekenen en goed gefocust kunnen blijven.

Grote held

Elke sporter heeft een groot voorbeeld, net als Wissink. “Mijn held is natuurlijk Raymond van Barneveld”, vertelt hij vol trots. “Door hem ben ik gaan darten en ik zal de beelden uit 1998 nooit vergeten. Barneveld werd wereldkampioen en viel huilend op zijn knieën.” De Lochemse paradarter blijft elke dag hard trainen, om uiteindelijk deel te nemen in het Nederlandse Paradartsteam.